Het was afgelopen week Diversity Day. Bedrijven organiseren op die dag activiteiten om aandacht te vragen voor de kracht van diversiteit. In dat kader nam ik deel aan een inclusion walk. In gewoon Nederlands betekende het dat ik ging wandelen met een collega die er andere opvattingen op nahield dan ik. In de praktijk viel dat overigens wel mee. We waren het er allebei roerend over eens dat onze werkgever verre van cultureel inclusief was. Waar onze werkgever echter wel in uitblinkt is in de hoeveelheid vrouwen aan de top.
En daar zat ons “meningsverschil”. Volgens mijn collega was een vrouwenquotum hard nodig. Mijn collega was opgegroeid bij een alleenstaande jonge moeder. Hij had het grootst mogelijke respect opgebouwd voor zijn moeder en koos daarom in discussies vaak de kant van de vrouw. Geef mij maar meer van deze mannen! Toch heb ik zelf gemengde gevoelens bij een vrouwenquotum.
Carrièretijger of deeltijdprinsesje?
Maar 26 procent van de vrouwen werkt voltijd, tegenover 73 procent van de mannen. Dat laatste stukje naar de top vergt dat je meer dan voltijd werkt en dat een aantal jaren doet.
Barbara Baarsma, directievoorzitter Rabobank

Als hoogopgeleide vrouw je diploma aan de wilgen hangen om thuisblijfmoeder te worden met eventueel een Etsy-shop als bijbaantje wordt gezien als kapitaalvernietiging. Kapitaal dat door de samenleving betaald is. Je bent dan een deeltijdprinsesje. Deze prinsesjes zullen de troon van de top per definitie niet bereiken. Daarvoor moet je immers meer dan fulltime werken.
Aan de andere kant kan het een zegen genoemd worden dat vrouwen parttime werken. Met de vergrijzing, die in gestaag tempo toeneemt, liggen er flink wat (mantel)zorgtaken die niet vervuld kunnen worden door vrouwen die hard bezig zijn de carrièreladder te beklimmen. Zo is de verwachting dat tussen 2018 en 2040 de groep ouderen die mantelzorg nodig heeft met bijna 70% stijgt. De sociologe Van den Berg noemt zorg voor anderen en overige taken die horen bij het vormen van een gemeenschap “reproductieve arbeid” en bekritiseert in haar boek het feit dat we als samenleving weigeren om dat als werk te zien en te waarderen. Onbetaalde zorgarbeid wordt nu vooral gezien als belemmering voor vrouwen om meer te gaan werken en carrière te gaan maken. Terwijl dit werk van wezenlijk belang is voor de samenleving.
Maatschappelijke bijdrage of vrijheid?
Dan het fenomeen “werken” an sich. Het blijft toch een hardnekkig beeld dat werken het summum is van zelfontplooiing en het leveren van een maatschappelijke bijdrage. Naast de eerder genoemde deeltijdprinsesjes zijn de nieuwe koppen van jut inmiddels de dertigers die, geïnspireerd door de FIRE-beweging (Financial Independence, Retire Early), geen carrière meer ambiëren en helemaal stoppen met werken. Zij worden door velen gezien als oppervlakkige, verwende millennials die zich onttrekken aan hun maatschappelijke plichten.
Tamar, de vrouw in de documentaire “30 en nooit meer werken” die op haar 28ste haar succesvolle baan had opgezegd en nu als een soort nomade met haar kameel Einstein door Nederland zwerft, kon op veel kritiek rekenen. Opvallend was dat die kritiek vooral van de kant van journalisten van middelbare leeftijd bleek te komen. Volgens Marja Pruis moet iets je leven betekenis geven en is werk daar bij uitstek geschikt voor. Arjen Fortuin zag Tamar vooral als een mens die droomt van vrijheid, maar zich vervolgens beperkingen oplegt, omdat ze niet wil werken. Toch is deze beweging interessant, omdat ze de heersende norm rondom werken ter discussie stelt.
Waar we dan wel weer respect voor op kunnen brengen is als een topvrouw van de AFM haar succesvolle carrière inruilt voor een baan als juf op de basisschool. Het boek van Merel van Vroonhoven is inmiddels een bestseller. Daarin beschrijft ze hoe ze tot de conclusie komt dat je helemaal niet aan de top hoeft te zitten om een waardevolle bijdrage te leveren.
“Ik heb jarenlang in een frame gezeten, wilde per se de top bereiken. Dan heb je impact, dacht ik. Maar nu merk ik: je hoeft niet de baas te zijn om verschil te maken.”
Merel van Vroonhoven, voormalig AFM-directeur
Werken en uitbesteden?
Het wordt als een stap in de goede richting gezien dat mannen meer tijd zijn gaan besteden aan de opvoeding. Toch investeren vrouwen daar nog altijd méér uren in dan mannen, naast het feit dat ze ook méér zijn gaan werken en gemiddeld nog altijd méér in het huishouden doen. Echte ambitieuze vrouwen die zichzelf willen ontwikkelen kunnen dergelijke taken dan ook beter uitbesteden, zou je denken. Maar ook dat is niet zaligmakend. De definitie van een goede moeder is in Nederland niet de moeder die meer dan fulltime werkt en gretig gebruik maakt van de kinderopvang. Want waarom “neem” je dan überhaupt kinderen als je ze toch iedere dag wegbrengt? Ook het uitbesteden van het huishouden heeft haar keerzijde. Want de herverdeling van dergelijke taken leidt dan vooral tot toenemende ongelijkheid tussen vrouwen onderling in plaats van toenemende gelijkheid tussen man en vrouw.
De geëmancipeerde vrouw heeft cru gezegd een werkster nodig. Die werkster is doorgaans van een minder bevoordeelde klasse en meestal niet wit. Mondiaal zijn er zo “zorgketens” ontstaan van vrouwen die steeds weer de reproductieve arbeid doen die andere vrouwen uitbesteden om betaald te kunnen werken. Volhouden dat betaald werk leidt tot ontplooiing en onafhankelijkheid is in dit licht nogal een cynisch standpunt.
Marguerite van den Berg, socioloog
How to be a lady?
Be a lady they said. Don’t be too fat. Don’t be too thin. Don’t be too large. Don’t be too small. Eat up. Slim down. Stop eating so much. Don’t eat too fast. Order a salad. Don’t eat carbs. Skip dessert. You need to lose weight. Fit into that dress. Go on a diet. Watch what you eat. Eat celery. Chew gum. Drink lots of water. You have to fit into those jeans. God, you look like a skeleton. Why don’t you just eat? You look emaciated. You look sick. Eat a burger. Men like women with some meat on their bones. Be small. Be light. Be little. Be petite. Be feminine. Be a size zero. Be a double zero. Be nothing. Be less than nothing.
Camille Rainville, blogger
De discussie rondom vrouwen en werk is een voorbeeld van de constante worsteling die vrouwen ervaren als gevolg van diffuse normen die in de samenleving gelden. Dat geldt niet alleen voor thema’s als werk, carrière en moederschap, maar ook als het gaat om seksualiteit en uiterlijk. De tekst van Rainville weerspiegelt dit constante jojoën tussen wat je als vrouw wel en tegelijkertijd niet mag zijn. Er valt eigenlijk geen touw vast te knopen aan wat er in deze maatschappij van vrouwen verwacht wordt. Het verhaal dat zowel over de vrouw als door vrouwen zelf verteld wordt is een vat vol tegenstrijdigheden. Als je als vrouw zou proberen te voldoen aan dit ideale plaatje is de uitkomst gegarandeerd een zeer ongelukkig leven. Want wie dat allemaal probeert te zijn, is uiteindelijk niks of nog minder dan dat.
Emancipatie: oplossing of probleem?
Sinds de jaren zeventig voeren we nationaal beleid om vrouwen te emanciperen. Steeds maar weer tuigen we die mannelijke hoepel op, om vrouwen erdoorheen te laten springen. En vervolgens te zeggen: dit is nog niet goed genoeg. Zonder ons af te vragen welke norm we hiermee in stand houden.
Mark van Ostaijen, bestuurssocioloog
Elke zichzelf respecterende vrouw zal vóór emancipatie zijn. Maar volgens bestuurssocioloog Mark van Ostaijen is de vrouwenemancipatie eerder een hardnekkig probleem dan ons redmiddel. Het legt de verantwoordelijkheid primair bij de individuele vrouw, terwijl er radicale structurele veranderingen in de samenleving nodig zijn. Een vrouwenquotum versterkt het beeld dat als een vrouw maar hard genoeg werkt, ze die top kan bereiken. Onbetaalde zorgarbeid wordt binnen dit frame gezien als belemmerend voor werk en carrière en het bevestigt de norm dat werken en een topcarrière het meest zingevend en maatschappelijk relevant zijn. Emancipatie staat op die manier gelijk aan instrumentele maatregelen om vrouwen naar dit summum toe te helpen.
Conclusie: haal mannen uit de top
We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them.
Albert Einstein
Einstein zag in dat lastige problemen vragen om een radicaal ander denkkader. Mijn oplossing is daarom weliswaar radicaal, maar waarschijnlijk effectiever dan een vrouwenquotum. Niet vrouwen, maar mannen moeten het lijdend voorwerp worden van de emancipatie. In plaats van het sturen op de doelstelling voor meer vrouwen aan de top, is het beter om stevig in te zetten op een afname van mannen aan de top. Ten eerste zal hierdoor de verdeling man-vrouw vanzelf gaan verschuiven. Daarbij hebben de voormalige topmannen dan veel meer tijd om voor kinderen te zorgen, te mantelzorgen en het huishouden te doen. Dit zorgt voor een meer gelijke verdeling van taken tussen man en vrouw. Ook kan dit de mannen op de waardevolle gedachte brengen dat niet alleen betaald werk zingevend is. Daarnaast kunnen ze in de zorg aan de slag te gaan waar we met toenemende tekorten te maken hebben. Wie weet heeft de komst van zoveel mannen ook meteen een loonopdrijvend effect, waardoor de reeds aanwezige vrouwen er meteen op vooruit gaan. En anders helpt het in ieder geval om de heersende norm bij te stellen dat een hogere functie per definitie beter is en meer impactvol zou zijn.
Deze oplossing vraagt waarschijnlijk om (enige) dwang. Is deze oplossing daarmee niet erg oneerlijk en discriminerend? Dat klopt. Eigenlijk net zo oneerlijk en discriminerend als de huidige situatie voor de vrouwen is. Na honderden jaren van de huidige status quo is het in ieder geval zeer verfrissend om de rollen een keer om te draaien.